Het Ardennenoffensief in de Belgische en Luxemburgse Ardennen was op 25 januari 1945 voorbij. De Duitse eenheden die op 16 december 1944 hadden aangevallen, waren teruggedrongen naar hun aanvankelijke startlinies. Wat van hen overbleef, verdedigde nu het Duitse thuisland. De 'Rijnland' campagne stond op het punt te beginnen in het Duits-Luxemburgse grensgebied in deze sector.
Het XII US Corps van het Derde Leger van generaal Patton, onder bevel van generaal-majoor Manton S. Eddy, kreeg het bevel om op 7 februari 1945 aan te vallen over de Our en de benedenloop van de Sauer tussen Vianden en Echternach. De eenheden moesten de 'Westwall' binnendringen, de bunkers, pillendozen en lijnen van drakentanden (betonnen verdedigingslinies tegen tanks) doorbreken en doorstoten in de richting van de Rijn.
Het XII US Corps bestond op dat moment voornamelijk uit de Amerikaanse 5de, 76ste en 80ste Infanteriedivisies, met daaraan verbonden talrijke genie-eenheden.
De sneeuw begon te smelten in de lagere Ardennen en de rivieren zwollen snel aan. Ze werden gevaarlijk door de snelstromende rivieren die veel gebieden onder water zetten. Weilerbach, de oversteekplaats, was geen uitzondering.
Het was het 10th Infantry Regiment, US 5th 'Red Diamond' Division, ondersteund door het 7th Engineer Battalion, dat de oversteek maakte in en rond Weilerbach.
Ze deden dit tegen alle verwachtingen in: het weer, hoge stromingen en een vastberaden en koppig vechtende vijand die hun vaderland verdedigde. Ze leden grote verliezen bij de aanval op de 'Westwall' tegenover Weilerbach, maar die werd uiteindelijk doorbroken en de vele pillendozen werden tot zwijgen gebracht.
Het monument markeert nu deze plek en herdenkt de bevrijding door de Amerikaanse strijdkrachten.