SS-Hauptsturmführer (SS-kapitein) Michael Wittmann werd op 22 april 1914 geboren in Vogelthal. Hij sloot zich in 1936 op 22-jarige leeftijd aan bij de SS en werd in 1938 lid van de Leibstandarte SS 'Adolf Hitler'. Vanaf 1939 nam Wittmann deel aan verschillende militaire campagnes in Europa. Nadat hij op 14 januari 1944 werd onderscheiden met het Ridderkruis voor de vernietiging van 66 tanks, ontving hij op 30 januari het Eikenloof bij het Ridderkruis uit handen van Adolf Hitler. Wittmann werd door de nazi-propaganda gevierd als een nationale held.
Na de geallieerde landingen werd hij midden juni 1944 overgeplaatst naar Normandië als compagniescommandant van het SS-Schwere-Panzer-Battalion 101. In de Slag om Villers-Bocage voerde hij het bevel over zes Panzerkampfwagen VI Tiger en wist Britse tankeenheden zware verliezen toe te brengen. De gebeurtenissen werden door de nazi-propaganda extra groot gemaakt. Wittmann werd vervolgens bevorderd tot SS-Hauptsturmführer en ontving ook de Zwaarden van het Ridderkruis.
Wittmann stierf op 8 augustus 1944, samen met de bemanning van zijn Tiger tank, in gevechten rond de Falaise-Pocket. Zijn stoffelijk overschot werd pas in 1983 gevonden en overgebracht naar de begraafplaats van La Cambe.