De katholieke geestelijke Ludwig Heinen (1900-1996) nam in 1941 de leiding over van de parochie St. Hubertus in Roetgen. Zijn overplaatsing van Krefeld naar de grensparochie was een gevolg van zijn afwijzing van de nationaalsocialisten. Hij had vastgehouden aan zijn christelijke grondbeginselen, vooral in het jeugdwerk, en was herhaaldelijk in conflict gekomen met het regime. Als kapelaan in Stolberg had Heinen geweigerd om de katholieke jeugdverenigingen op te heffen. Als gevolg daarvan waren de parochiezaal en zijn flat beklad en waren er ruiten ingegooid.
In Roetgen zag pater Heinen de komst van de Amerikaanse troepen als een bevrijding. In 1946 legde hij zijn ervaringen met het verzet tegen het naziregime vast. Zijn verzet was er één vanuit het perspectief van de katholieke kerk: hij wilde zijn positie niet opgeven voor het naziregime. Tijdens zijn verblijf in Roetgen concentreerde hij zich op zijn kleine kerkgemeenschap. Zijn verhaal staat symbool voor alle tegenstanders van het nationaal-socialistische regime die de komst van de geallieerde troepen zagen als een bevrijding van de dictatuur.