Cesira Pardini was de oudste dochter van een groot gezin van negen kinderen. Ze had zes zussen: Maria, Licia, Lilia, Siria, Adele en Anna en twee broers: Vinicio en Vittorio. De familie Pardini woonde in het dorp Coletti. Net als dorpsgenoten hadden de Pardinis verschillende vluchtelingen opgevangen.
Op de ochtend van 12 augustus 1944, toen de nazis werden gezien, hielp Cesira haar moeder hun huis te beveiligen, omdat ze vreesden dat de nazi's de huizen in brand zouden steken, voedsel en goederen zouden stelen en de mannen zouden oppakken. Daarna hielp ze een dorpsgenoot te helpen een koe en een os te verbergen.
Ze zag het vuur oplaaien vanaf het kerkplein en keerde terug naar huis. Cesira werd door de nazi's opgepakt en naar haar huis gebracht, waar een groep van ongeveer 35 mensen was verzameld. Daar stond ze met haar zussen Maria, Lilia, Adele en Anna die nog maar een baby was en in de armen van haar moeder Bruna lag. Toen openden de nazi's het vuur en raakten alle aanwezigen. Cesira's moeder werd in het hoofd geraakt en stierf. Cesira viel onder haar moeder en wist een kelderdeur te openen. Hoewel ze gewond was, greep ze haar zussen en redde hen. Ze wist dat ze moesten vluchten als ze wilde overleven. Cesira greep haar babyzusje Anna in haar ongedeerde arm en leidde haar zusjes naar het nabijgelegen bos. De nazi's zagen hen en openden het vuur, maar raakten de zusjes niet toen ze vluchtten.
Nadat het schieten ophield en het dorp weer rustig werd, keerde Cesira terug naar haar huis. Iedereen daar was dood, behalve een jongen die Paolo heette en onder de lijken lag. Cesira slaagde erin hem uit de lichamen te bevrijden. Toen keerde ze terug naar haar zussen en besefte ze hoe ernstig twee van hen, Anna en Maria, gewond waren. Beide meisjes zouden enkele dagen later in het ziekenhuis van Valdicastello sterven. Op het moment van haar dood was Anna iets meer dan een maand oud.
Na het bloedbad trouwde Cesira. Ze woonde met haar man en zoontje in Sant'Anna. Daarna emigreerde ze, zoals velen, naar het buitenland. Op 17 mei 2012 werd Cesira's heldendaad erkend met de toekenning van de Medaglia d'oro al valor civile.