Brigadier Miroslav Štandera werd op 5 oktober 1918 geboren in Praag. In 1936 ging hij naar de militaire opleiding voor luchtmachtcadetten en voegde hij zich bij de Tsjecho-Slowaakse luchtmacht. Hij werd in 1938 gemobiliseerd toen nazi-Duitsland het Sudetenland annexeerde, maar kreeg niet te maken met gevechten.
Na de demobilisatie van het Tsjecho-Slowaakse leger en de oprichting van het Protectoraat Bohemen en Moravië in maart 1939, vluchtte hij de grens over naar Polen. Samen met andere soldaten zeilde hij over de Oostzee naar Frankrijk. Hij voegde zich bij het Franse Vreemdelingenlegioen en werd in mei 1940 naar het Duits-Franse strijdtoneel gestuurd. Tijdens zijn vierde vlucht werd Štandera neergeschoten in de buurt van Troyes. Al snel verliet hij het ziekenhuis, ontsnapte hij naar de haven van Narbonne en ging hij aan boord van een schip naar Liverpool. Na aankomst in Engeland diende hij in het Tsjecho-Slowaakse 312e Gevechtssquadron van de Britse Koninklijke Luchtmacht (Royal Air Force, RAF), tot hij in 1943 werd overgeplaatst naar het 68e Nachtelijke Gevechtssquadron van de RAF. Op 6 juni 1944 nam hij deel aan de invasie van Normandië.
Na de oorlog keerde Štandera terug naar Tsjecho-Slowakije en diende hij voornamelijk in Pilsen. Als ‘westerse’ gevechtspiloot werd hij echter al snel uit het leger ontslagen. In 1949 kwam hij erachter dat hij gearresteerd zou worden en vluchtte hij weer naar Engeland. Daar voegde hij zich weer bij de RAF.
Na de val van het IJzeren Gordijn keerde Štandera wederom terug naar Pilsen in 1994. Dit keer bleef hij daar. Hij overleed op 19 februari 2014 op 95-jarige leeftijd. Hij heeft vele eerbewijzen en onderscheidingen op zijn naam staan, waaronder de Order of Merit en de Orde van Tomáš Garrigue Masaryk.