Na de inval van nazi-Duitsland in België in mei 1940 werd Eupen ingelijfd bij het Derde Rijk. Nikolaus sloot zich vrijwillig aan bij de Hitlerjugend en in september 1941 kreeg zijn familie de Duitse nationaliteit. Dit betekende dat hij werd opgeroepen om in Duitse dienst te treden; Nikolaus sloot zich aan bij de Wehrmacht. Na een militaire training van zes maanden vertrok hij in mei 1942 op 19-jarige leeftijd naar het Oostfront.
In augustus 1943 kwam zijn militaire loopbaan abrupt ten einde als gevolg van een ernstige verwonding aan zijn rechterbeen. Hierdoor moest zijn been zelfs worden geamputeerd en verbleef hij de rest van de oorlog in militaire ziekenhuizen. In mei 1945 werd hij gearresteerd door Amerikaanse troepen.
Na drie en een half jaar afwezigheid was Nikolaus in oktober 1945 in staat terug naar huis te keren. Na de bevrijding werd Eupen weer Belgisch grondgebied en alle 'Duitse' burgers in de stad, waaronder Nikolaus en zijn familie, werden onderworpen aan onderzoek. Vlak na zijn terugkeer werd Nikolaus opgesloten in het interneringskamp van Verviers vanwege verschillende aanklachten: gewapende strijd tegen België en lidmaatschap van de Hitlerjugend. Nikolaus bewees het verplichte karakter van zijn militaire dienst, werd vrijgelaten en kreeg uiteindelijk zijn politieke en burgerrechten terug.
Desondanks lukte het Nikolaus niet om de oorlog ooit achter zich te laten. Zijn ontbrekende rechterbeen en zijn wandelstok herinnerden hem dagelijks aan zijn niet te verbergen verleden.