Zoja’s vader, Ivan Gavrilov, vertrok direct na de Duitse inval in de Sovjet-Unie naar het front. Hij werd als vermist opgegeven en keerde nooit meer terug. Zoja’s moeder overleed direct na de bevrijding, waardoor ze opgroeide in een weeshuis.
Nooit wist Zoja (74) dat haar vader krijgsgevangen was gemaakt. Toen het Amerikaanse leger zijn kamp in Hemer bevrijdde, was Gavrilov al ongeneeslijk ziek. Hij werd op 4 mei 1945 opgenomen in een ziekenhuis in Lüdenscheid, waar hij op 31 mei overleed aan tuberculose. De Amerikaanse autoriteiten brachten zijn stoffelijk overschot naar Margraten. In 1947 werd Gavrilov herbegraven op het nieuw aangelegde Sovjet Ereveld in Leusden.
Dat hij een graf had in Nederland, was bij zijn familie niet bekend. Onderzoeker Remco Reiding spoorde nabestaanden op in Siberië en zo stond Zoja, op de dag dat in Nederland de doden worden herdacht, dan toch nog bij het graf van haar vader.
Het werd een lange dag, die eindigde met de jaarlijkse stille tocht van Kamp Amersfoort naar het Sovjet Ereveld en de Nederlandse en andere geallieerde oorlogsgraven op Rusthof. Zoja liep mee en stond tussen de Nederlanders tijdens de twee minuten stilte. Op het Sovjet Ereveld werd Zoja voorgesteld aan de burgemeesters van Leusden en Amersfoort.
Een dag later zat Zoja op een terrasje in Spakenburg. De kibbeling ging erin als koek. Ze keek haar ogen uit, maar vond het eigenlijk wel genoeg. Morgen naar Amsterdam? Het hoefde niet zo erg. “Ik heb het belangrijkste gisteren gezien.’’
Voor meer informatie, ga naar