Wanneer de Duitsers ‘s avonds de aftocht blazen, ligt het centrum in puin. Twee dorpsbewoners zijn gedood, net als tientallen Polen en Duitsers. Veel gebouwen zijn zwaar beschadigd. Twee dagen later schiet de Duitse artillerie bovendien nog de Sint-Rumolduskerk in brand. Ze ontnemen de geallieerden zo een waardevolle uitkijkpost.
Aan de slag
Hoe moet het verder met het vernielde dorpje? De Belgische regering heeft gelukkig al in 1941 maatregelen getroffen. Eigenaars van gebouwen die beschadigd of vernield zijn door oorlogsgeweld, kunnen aanspraak maken op een schadevergoeding. Die moet toelaten om hun woning of boerderij te repareren.
De Beerse architect René van Steenbergen speelt een sleutelrol in de heropbouw van Zondereigen. Hij helpt bewoners om schadedossiers op te maken en tekent nieuwe ontwerpen voor meer dan twintig woningen en boerderijen. Bovendien zorgt hij voor de restauratie van de Sint-Rumolduskerk. Voor de oorlog was Van Steenbergen een promotor van de art-decostijl. Maar nu laat hij zich inspireren door de historische architectuur van de regio. De nieuwe huizen die hij ontwerpt, laat hij bijvoorbeeld optrekken in de typische Beerse rode baksteen.