Hoevenen beleefde woelige tijden in 1944. De bevrijding van Antwerpen op 4 september bracht niet de verhoopte vreugde, maar chaos. De gemeente had veel moeite om de voedselbevoorrading veilig te stellen. De schaarste leidde zelfs tot knokpartijen voor de deuren van het gemeentehuis. Pas op 4 oktober bevrijdde Canadese troepen het dorp, tijdens de slag om de Schelde.
De Werhmacht liet ook geregeld van zich horen. Ze bestookte Antwerpen en omgeving met V-bommen in een poging om de geallieerde bevoorrading te ondermijnen. Op 2 december 1944 maakte Leontine Van Roost een praatje met Jack, een soldaat uit Manchester, in café De Reiger. Wanneer de ramen beginnen te trillen duwde hij haar bliksemsnel tegen de grond. Met een gigantische knal werden ramen en deuren weggeblazen. Leontine zag niets meer door de gigantische stofwolk die een V2 verderop heeft veroorzaakt.
Uiteindelijk zal de bom vijf doden eisen. Binnen een straal van honderd meter waren de huizen gereduceerd tot puin. Alleen het Heilig Hartbeeld lijkt als bij mirakel de catastrofe te overleven. De Britse troepen van de Royal Artillery hielpen bij de evacuatie en reddingswerken. Het gemeentebestuur besloot hen een bakpan te schenken, aangezien de immer praktische Britten daar dringend nood aan hadden. Mogelijk sneuvelde hun eigen materiaal in het bombardement of tijdens de slopende mars vanuit Normandië.
Het college besloot om het geteisterde gebied om te vormen tot een dorpsplein. De Hoge Weg werd verlegd, er werden parkeerplaatsen voorzien en een nieuwe centraal gelegen kerk. Het Frans Oomsplein was geboren.