Op 24 september trokken troepen van de Britse 53ste (Welshe) Infanteriedivisie op vanuit Postel, over de noordelijke kanaaloever. Bij Voorheide namen de Duitsers hen onder vuur. Het jaagpad lag bovendien vol mijnen. Verschillende Britten kwamen om. Toch nam de divisie het dorpje in. Maar daarmee keerde de rust niet terug. ‘s Nachts voerde honderden Duitsers een tegenaanval uit. De Britten konden hen maar net afslaan.
Onschuldig slachtoffer
De gevechten duurde nog verschillende dagen. Onder de tientallen dodelijke slachtoffers waren ook Voorheidenaren. Hendrik en Octavie Koninckx woonde met hun negen kinderen in de Grensstraat. Terwijl Britten en Duitsers vochten, schuilde ze in de kelder van hun huis. Dagenlang zaten ze er in het donker, met nauwelijks eten.
Die situatie werd hun vier maanden oude zoontje Gerard fataal. Op 29 september stierf het kindje van ontbering. Het gezin sloeg op de vlucht. Een kussensloop deed dienst als witte vlag, het dode kind droegen ze met zich mee. De Duitsers lieten hen passeren, onder de indruk van de trieste aanblik.
De kleine Gerard werd begraven op een geïmproviseerd soldatenkerkhof aan het kanaal, samen met de 18 Britten die sneuvelden bij Voorheide. Enkele dagen later was heel Arendonk bevrijd.