Vanaf oktober 1944 lag het front tussen de Duitse troepen en de geallieerden aan de Waal. Tegenover Tiel stonden artillerieopstellingen, van waaruit op Tiel kon worden geschoten.
De Sint-Maartenstoren was voorzien van wachthokjes en van daaruit konden de Duitse soldaten de geallieerde posities over de rivier waarnemen. De kerktoren werd automatisch een doelwit. Op 21 november 1944 liep hij aanzienlijke schade op. Aan het eind van de oorlog zat er een groot gat in de kerk. Door een storm op 14 mei 1945 stortte het bovendeel geheel in.
Tot 1963 stonden de toren en de rest van de kerk er als een ruïne bij. In 1963-1964 vond de restauratie plaats. Bij die gelegenheid kreeg de Sint-Maartenstoren ook een carillon, hetgeen de stabiliteit van de toren echter niet ten goede kwam. In 1987 moest daarom het fundament worden versterkt.