De barre omstandigheden aan het front
In november 1944, na de Slag om de Schelde, nam het Canadese 1e Leger een aanzienlijk deel van de frontsector over van het Britse 2e Leger. Hierdoor werd de Canadese frontlinie in de daaropvolgende maanden uitgebreid tot meer dan tweehonderd kilometer. Canadese soldaten moesten felle Duitse tegenaanvallen, artilleriebeschietingen en de ontberingen van ongunstig weer doorstaan. Het statische front in Nederland werd gekenmerkt door zwaar weer, met wekenlange regen in oktober en november, gevolgd door een strenge winter die in jaren niet was voorgekomen.
Te midden van de ijzige kou en de spanningen van de oorlog probeerden Canadese soldaten een vleugje warmte en menselijkheid te brengen in de barre omstandigheden aan het front. Ondanks de ontberingen en het gevaar dat hen omringde, slaagden velen erin om een gevoel van kameraadschap en solidariteit te creëren op deze feestelijke avond. Er werden kaarsen aangestoken in geïmproviseerde schuilplaatsen en kerstversieringen opgehangen. Soldaten deelden hun schamele voorraden en probeerden een feestelijke sfeer te creëren te midden van de wreedheid van de oorlog. Voor velen was het een moment van bezinning, waarbij ze hun gedachten lieten afdwalen naar hun geliefden thuis en de vrede die ze hoopten te herstellen.
Kerstmis aan het front
Canadese soldaten zouden zich Kerstmis 1944 herinneren als een dag waarop een soort wapenstilstand leek te heersen aan hun kant van het front. S’ Ochtends ontving de 4th Canadian Infantry Brigade berichten van het Royal Regiment of Canada dat Duitse troepen in nabijgelegen loopgraven kerstliederen zongen vanaf hun frontposities. Aan het front leek het alsof zowel de Geallieerden als de Duitse troepen hadden besloten om alles af te blazen, alsof deze dag boven de verschrikkingen van de oorlog uitstak. Het was een onverwachte dag van eenheid en broederschap, waar stilte sprak en vrede, zij het tijdelijk, zich over het slagveld verspreidde. Volgens het oorlogsdagboek van de Calgary Highlanders werden ze op kerstavond verrast door Duitse frontlijntroepen die accordeon en hoorn speelden. Een symfonisch gebaar dat beantwoord werd met een salvo van geweren, Stens, Brens, granaten en mortieren van Canadese kant.
Sommige eenheden van de Canadese The Toronto Scottish vierden ook Kerstmis in Groesbeek. Op 25 december 1944 serveerden officieren, zoals gebruikelijk, het kerstdiner aan onderofficieren en soldaten. De nacht voor Kerstmis zongen de Canadezen buiten 'Stille Nacht-Holige Nacht' en tot ieders verbazing begonnen de Duitsers aan de andere kant van het front 'Stille Nacht-Heilige Nacht' te zingen.
Midden in de koude en stille nacht aan het front in Groesbeek verstoorde het Régiment de la Chaudière op kerstavond op onconventionele wijze de vrede. J. Armand, een lid van het regiment, deelde zijn ervaring over een opmerkelijke episode waarbij mortiergranaten en muziek een onverwachte symfonie vormden: "Op kerstavond waren we dicht bij de Duitsers, ze waren niet aan het patrouilleren en we hoorden dat ze een paar drankjes aan het drinken waren. Om middernacht speelden ze kerstliedjes door een luidspreker. Als reactie besloot ik te reageren met een paar mortiergranaten, gewoon om hen te laten weten dat we nog steeds geen vrienden waren." De reactie op het mortiervuur was echter even opmerkelijk als onverwacht. Na het dreigende geluid van de explosies speelden de Duitsers 'Lili Marleen', waarna de muziek plotseling stil viel. Ondanks de gespannen situatie verlangden mannen aan beide kanten van het front naar huis, wat resulteerde in een moment van gedeelde menselijkheid. "Al onze mannen waren katholiek en de kapelaan liep met de communie van loopgraaf naar loopgraaf," voegt J. Armand toe.