De Tweede Wereldoorlog heeft diepe sporen achtergelaten in Gelderland, een Nederlandse provincie die getuige was van hevige gevechten tussen geallieerde en Duitse troepen. Deze gevechten werden echter niet alleen door soldaten meegemaakt. Ook gewone mensen kwamen in buitengewone en zware omstandigheden terecht. Hier zijn vier minder bekende verhalen van mensen wier leven diepgaand werd beïnvloed door het conflict.
Ru Paré: Een kunstenares die verzetsstrijder werd
Henrica Maria Paré, bekend als Ru, werd in 1896 in Druten geboren en werd een gevestigde kunstenaar in Den Haag. Tijdens de oorlog weigerde ze gehoor te geven aan de bevelen van de nazi's die van kunstenaars eisten dat ze zich registreerden bij de Kultuurkamer, een stap die haar in staat zou hebben gesteld om haar werk te blijven tentoonstellen en verkopen. In plaats daarvan koos Ru ervoor om haar energie te wijden aan het helpen van mensen in gevaar. Bekend bij de 52 Joodse kinderen die ze hielp als “Tante Zus”, regelde Ru schuilplaatsen voor hen en zorgde ze voor voedselbonnen, vervalste identiteitspapieren en andere benodigdheden. Haar oude verfdoos werd aangepast met een valse bodem om goederen naar de gezinnen te smokkelen die de kinderen verborgen hielden. Opmerkelijk genoeg overleefden alle 52 kinderen de oorlog. Ru sprak zelden over haar acties en zag ze als een natuurlijke reactie op de verschrikkingen om haar heen. In 1968 werd ze geëerd als “Rechtvaardige onder de Volkeren”, een titel die wordt gegeven aan niet-joden die hun leven riskeerden om Joden te redden tijdens de Holocaust. Ze overleed in 1972, maar haar nalatenschap duurt voort. In haar geboorteplaats Druten is een straat naar haar vernoemd.
Piet Hoefsloot: Een gezin gevangen in het kruisvuur
In september 1944 woonden Piet Hoefsloot en zijn gezin aan de Eusebiusbuitensingel 59 in Arnhem. Terwijl Operatie Market Garden zich ontvouwde, raakten Britse en Duitse troepen slaags in de straten rondom hun huis. Op 17 september vluchtte de familie naar hun kelder toen buiten geweervuur losbarstte. Twee dagen lang doken ze onder in de kelder, onzeker over wat er boven hen gebeurde.
Op 19 september waren hun huis en de buurt te gevaarlijk geworden om in te blijven. De branden breidden zich uit en Piet besloot advies te vragen aan Britse soldaten in de buurt. Nadat hij het advies had gekregen om naar de westkant van de dijk te gaan, leidde Piet zijn gezin, een groep van 16 mensen, in een gespannen mars met een witte vlag. Ze ontsnapten ternauwernood aan beschietingen bij een viaduct en schuilden tussen de dikke pijlers van de brug.
Uiteindelijk vond de familie tijdelijke veiligheid in een andere kelder met andere inwoners van Arnhem. Ze werden echter al snel gedwongen om weer te verhuizen door Duitse soldaten, die Piet's papieren controleerden om er zeker van te zijn dat hij niet vermomd was als Britse soldaat. De familie slaagde erin om uit Arnhem naar veiliger gebieden te vluchten. Hun verhaal getuigt van de chaos waarmee burgers tijdens het conflict te maken kregen.
Kolonel dokter Graeme Warrack: Een Britse dokter achter vijandelijke linies
Kolonel Graeme Matthew Warrack was een chirurg van het Britse leger die een cruciale rol speelde tijdens Operatie Market Garden. Hij werd met de Britse luchtlandingstroepen bij Arnhem geparachuteerd en werd al snel overweldigd door het grote aantal gewonde soldaten dat hij onder zijn hoede had. Toen de gevechten verhevigden, onderhandelde Warrack over een tijdelijk staakt-het-vuren met de Duitse troepen om de evacuatie van 450 gewonde mannen mogelijk te maken. Hij koos er echter voor om achter te blijven bij de overgebleven gewonde troepen en werd uiteindelijk krijgsgevangene. De Duitsers stonden Warrack toe om een provisorisch ziekenhuis op te zetten in Apeldoorn, waar hij en zijn medisch team, bestaande uit zowel Brits als Duits personeel, honderden gewonde soldaten behandelden. In oktober 1944, toen duidelijk werd dat geallieerde gevangenen naar Duitsland werden overgebracht, maakte hij een gewaagde ontsnapping. Met de hulp van het Nederlandse verzet wist hij in februari 1945 met succes terug te keren naar de geallieerde linies. Na de oorlog werden zijn moed en toewijding herdacht met een gebouw in Apeldoorn dat naar hem werd vernoemd.
Tommy en Claude Gronert: broers verenigd in leven en dood
De tweelingbroers Tommy en Claude Gronert dienden als parachutisten in het Britse leger tijdens Operatie Market Garden. Na eerst in Italië gevochten te hebben, namen ze deel aan de luchtlandingen bij Arnhem in september 1944. De broers parachuteerden in Drop Zone X bij Heelsum en raakten al snel betrokken bij zware gevechten. Tijdens een missie werd Tommy op een verkenningspatrouille gestuurd terwijl Claude achterbleef om hun positie te verdedigen. De patrouille liep in een Duitse hinderlaag en Tommy raakte dodelijk gewond. Toen Claude zijn broer in nood zag, snelde hij naar voren om hem te helpen, maar ook hij werd getroffen door Duits vuur. De broers stierven zij aan zij, hun moed en band werden zelfs in hun dood niet verbroken. Ze liggen naast elkaar begraven op de oorlogsbegraafplaats in Arnhem Oosterbeek, waar hun moeder de aangrijpende inscriptie voor hun grafstenen koos: “De winden van de hemel waaien zacht hier waar zij liggen te slapen die ons zo dierbaar waren”.